Schaken is onder jonge kinderen erg populair, niet in het minst door de fantastische film ‘Lang leve de koningin’; een goed begin is het tonen van deze film en daarna het animo op school polsen! Het animo om te gaan schaken is op lagere scholen vaak groot maar toch wordt niet op elke school geschaakt. Het probleem ligt dus niet zo zeer bij de vraag, maar meer bij het aanbod. Hoe krijg je goed geschoold kader?
KADER
Het grote probleem is de beschikbaarheid van (goed) geschoold kader. Leerkrachten hebben er meestal geen tijd voor, vandaar dat enthousiaste ouders schaakles geven om in de schaakbehoefte die er op school is te volstaan. Vaak een uit nood geboren oplossing aangezien die ouders – meestal – weinig leservaring hebben, maar er niemand anders is. Door het opvijzelen van hun kennis en vaardigheden kunnen ouders uitgroeien tot prima schaakleraren. Gepensioneerde leraren die lid van de schaakclub zouden in eerste instantie een betere optie kunnen zijn, want ook de vrijwilligers van de schaakclub zijn vaak beter in schaken dan in didactiek. Gediplomeerde schaakleraren zouden een uitkomst zijn, maar die zijn nog steeds niet in grote getale beschikbaar. Een nieuwe doelgroep in dit verband is de oudere schaakjeugd die graag wat wil bijverdienen met schaakles geven. Omdat zij zelf de stappenmethode hebben doorlopen zijn zij vakinhoudelijk goed op de hoogte. Uiteraard kan hun leeftijd een nadeel zijn, want les geven aan clubgenootjes die niet veel jonger zijn is niet een ieder gegeven. Een ouder die de orde in de gaten houdt kan een oplossing zijn en ook het volgen van een kadercursus door deze jeugdige schakers is aan te bevelen zodat zij zich didactisch kunnen bekwamen.
Het probleem met kader ligt dus met name bij het gebrek aan didactiek en continuïteit omdat ouders er vaak na een tijdje, als het kind van school gaat of stopt met schaken, stoppen met les geven. Voor het schaken op school lijkt dan ook in eerste instantie de leerkracht het meest wenselijk omdat schaakniveau bij het les geven in Stap 1 minder belangrijk is dan didactiek. Op iets hoger niveau (Stap 2 en hoger) wordt het schaakniveau van de schaakleraar belangrijker en dan zijn gediplomeerde schaakleraren wenselijk. Ideaal zouden goede, ervaren schaakleraren zijn die speciaal voor het les geven een (mid-)dag vrij houden of zelfs parttime voor het les geven beschikbaar zijn. Daar hangt – waarschijnlijk – wel een prijskaartje aan, maar die ‘professional’ zorgt wel voor kwaliteit en continuïteit en dat is heel wat waard!
- Gediplomeerde schaakleraren (kadercursus met succes afgerond)
- Oudere schaakjeugd (van de schaakclub en/of van school)
- Ouders
- Clubschakers
- Leerkrachten (op basisschool)
- Reguliere leraren (uit ander onderwijs)
- Professionele schaakleraren (die daarvoor betaald krijgen)
- Oud-leraren (uit alle soorten onderwijs)
ONDERSTEUNING
Is er een schaakleraar gevonden dan kan desalniettemin ondersteuning bij de lessen welkom zijn. Bijvoorbeeld een leerkracht die in de groep aanwezig blijft of een (schakende?!) ouder die de schaakleraar helpt. Ook kunnen oud-leerlingen of schaakjeugd hier een rol spelen: zij kunnen de orde in de gaten houden, de competitie begeleiden en ook individuele uitleg geven. Tenslotte zijn de kinderen in bijvoorbeeld het Montessorionderwijs gewend om elkaar te helpen. Die werkwijze kan je in de schaakles natuurlijk ook toepassen: de betere en snellere leerling helpt andere schakertjes. Spreek dan wel af hoe dat het beste kan gebeuren.
IDEALE ORGANISATIE SCHOOLSCHAAK
Er zijn vele manieren om het schoolschaak te organiseren, maar idealiter lijken mij de volgende opties:
- De leerkracht geeft – onder schooltijd – schaakles. Doordat het een onderdeel van zijn werk is lijkt de continuïteit gewaarborgd en kan de schaakclub daar de vruchten van plukken, zonder dat de club daar tijd, geld of energie in hoeft te stoppen. Deze vorm komt echter steeds minder voor.
- Een gediplomeerde, betaalde schaakleraar (‘professional’) geeft de lessen op school. Hij doet dat omdat hij les geven in schaken leuk vindt en er wat mee kan verdienen. De schaakclubs kunnen van zijn werk profiteren als de kinderen de overstap maken naar de clubs, zonder dat de schaakclubs er veel voor hoeven te doen.
- Het idee van 2) kan uiteraard ook uitgevoerd worden door meerdere schaakleraren als er voldoende animo is. Je hebt dan wel extra ruimtes en materialen nodig, maar je bent flexibeler als een van de schaakleraren een keer afwezig is.
- De leerkracht leert de kinderen de beginselen (Opstapje 1 of Stap 1) aan. Daarna kunnen de kinderen vrijwillig deel nemen aan een schaakclubje op school dat door een professional wordt georganiseerd.
Laat je niet afschrikken door dit ideale plaatje, want natuurlijk is het voornaamste dat er – hoe dan ook – geschaakt wordt op de scholen. Deze opties lijken mij echter het beste omdat hierbij de continuïteit en de didactische kwaliteiten het best tot zijn recht komen.
KADER WERVEN
Het grote probleem blijft de – meest geschikte – mensen vinden! Advertenties, aankondigingen op de website of elders leveren meestal weinig op. Toch hebben die hun nut: de lezer weet dat er vraag naar kader is en zal er mogelijk reeds over nadenken. Daarna lijkt persoonlijke benadering van clubleden en/of ouders het beste manier om kader succesvol te werven. Zorg dat je duidelijk kan aangeven wat je van een kandidaat zou wensen (profielschets!) en wat daar – eventueel – tegenover staat.
Andere mogelijkheden om aan kader te komen zijn:
- Ouders werven (bijvoorbeeld via ouderavond of cursus ‘Ouders graag gezien’)
- Oudere schaakjeugd enthousiasmeren om les te gaan geven
- Kader werven middels Vrijwilligers in de sport (VIS-project)
- Benaderen van trainers via regionale bond, KNSB of via buurclub
- Uitwisseling van kader tussen schaakclubs (samenwerking!)
- Via de vrijwilligerscentrale (oproep voor oud-leraren of ander kader)
- Via ‘het gilde’ (gepensioneerden bieden zich als vrijwilligers aan)
ENKELE (OUDE) PRAKTIJKVOORBEELDEN
Paul van der Horst was leraar op de Julianaschool te Bussum en organiseerde 20 jaar lang een schaakcompetitie op de vrijdagmiddag in het keuzeuur, met goedkeuring van de inspectie. De regels legt hij in enkele weken klassikaal uit in de groepen 5, 6 en 7. Er wordt elke vrijdag fanatiek van 13.30-15.00 uur door 32 kinderen (4 groepen van 8) geschaakt en de nieuwe tussenstand is maandag voor alle kinderen beschikbaar. De kinderen noteren de eerste 20 zetten en na een half uur arbitreert Paul de nog gaande partijen. In het verleden kregen de kinderen ’s maandags hun partij met commentaar terug. Ondanks dat er geen echt structurele instructie wordt gegeven, draaide de Julianaschool 20 jaar mee in de top van de SGS en heeft het diverse malen de finale van het NK gehaald. In 1984 werd zelfs de Nederlandse titel veroverd. De doorstroom naar het Bussums Schaakgenootschap was goed en BSG heeft in de 80-er jaren de nodige Nederlandse jeugdtitels binnen gehaald, met name door spelers die van de Julianaschool kwamen! Vele van hen schaken nog steeds.
Rob Frederiks is een gepensioneerde computerdocent uit Haarlem die met zijn hobby schaken wat wilde gaan doen. Na het volgen van een KNSB-kadercursus en enkele bezoeken bij ervaren schaakdocenten schreef hij voor de zomer van 2000 diverse basisscholen, middelbare scholen en de Volksuniversiteit aan. Daarnaast legde hij contact met de regionale jeugdleider en met enkele clubs. Binnen de kortste keren kon Rob op diverse basisscholen en bij een schaakclub les geven. De cursussen bij de Volksuniversiteit en op middelbare scholen kwamen niet van de grond. Een aanbod om ook les te geven op de naschoolse opvang te Hillegom heeft Rob vanwege tijdgebrek doorgespeeld naar een collega-schaakleraar.
Eric van de Marel is een wiskundeleraar uit Wassenaar en tevens clubschaker. Zo’n 20 jaar geleden ging hij naast wiskunde ook schaaklessen geven en er waren zelfs mogelijkheden om dat in het vast schoolprogramma op te nemen (keuzevak, onderdeel van rekenen, etc.). Inmiddels geeft hij alleen nog maar schaakles op scholen in Wassenaar en omstreken en was zijn zelf opgerichte club ‘Bobby Fischer’ jarenlang in de top van de competities terug te vinden bij de jongste jeugd. Eric heeft vele individuele toppertjes (onder andere Frank en Marc Erwich) opgeleid.
Twee studenten uit Amstelveen, Victor Hendriks en Ernst van Coeverden, volgden de kadercursussen ‘jeugdschaakleider’ en ‘Trainer-A’, waarna zij diverse plaatselijke scholen schriftelijk benaderden om schaaklessen te gaan geven. Binnen een mum van tijd waren al hun middagen gevuld met het geven van schaaklessen. Een (financieel) aantrekkelijker bijbaantje voor schakende studenten dan in de horeca werken of vakken vullen in de supermarkt.
Op de basisschool ‘De schakel’ uit Apeldoorn wordt al vele jaren met succes schaakles gegeven aan de leerlingen van groep 4 tot en met 8. De lessen worden door met name ouders gegeven en diverse ouders zijn ook actief gebleven terwijl hun kind reeds De schakel had verlaten. Omdat de lessen ’s avonds worden gegeven leek het net een echte schaakclub, maar was dat niet. De doorstroom naar de plaatselijke schaakclub (de Schaakmaat, speelt op zaterdag) kwam maar niet van de grond met als gevolg dat vele enthousiaste schakertjes na de basisschool stopten met schaken. In 2000 heeft men het idee uitgevoerd om dan maar een officiële club te worden, met als resultaat dat de schoolverlaters lid kunnen blijven en er teams aan de OSBO-competitie mee kunnen doen. Het is nu al een succes!
Eddy Sibbing begon in 1991 op de ASVO (een basisschool in de Amsterdamse binnenstad) waar hij samen met een ouder het schaken heeft georganiseerd. De ouders betalen apart voor de schaaklessen. In het eerste jaar werd er nieuw materiaal gekocht en hielp deze ouder door de kinderen op de gang competitie te laten spelen, terwijl Eddy in de aula les gaf. Na een uur wisselden de groepen, in totaal werd er dus van 15.00 tot 17.00 uur geschaakt. Toen het kind van de betreffende ouder van school ging en daardoor de ondersteuning verviel, heb ik de schaakgroep gesplitst in twee aparte groepen op twee verschillende middagen: op maandag voor de gevorderden en donderdag voor de beginners. De kinderen leren en schaken nu in dezelfde ruimte, bij dezelfde leraar. In de afgelopen jaren zijn tientallen kinderen lid geworden van een schaakclub.
Hopelijk kunnen jullie profiteren van deze voorbeelden en schroom niet om eens bij een club of een school langs te gaan. De meeste clubs en scholen zijn trots op hun voorbeeldfunctie en helpen je graag verder. Voor exacte adressen of contactpersonen kunnen jullie mij raadplegen.
Vragen, opmerkingen, aanvullingen? Neem gerust contact op!