De meeste schaakclubs (en dus ook de KNSB) hebben al vele jaren te maken met een terugloop van met name seniorenleden. Zodoende is het ledental van de KNSB gedaald van 22.000 in 2006 tot rond de 19.000 in 2018. Dat is gemiddeld 0,9 schaker per 1000 inwoners.
Dat heeft ten eerste gevolgen voor de financiën van de clubs, de regionale bonden en de KNSB waardoor er minder mogelijk zal zijn: Schaakmagazine verschijnt minder, de KNSB heeft medewerkers moeten ontslaan, de ‘internationals’ krijgen slechte vergoedingen en ook veel subsidies blijven dalen of verdwijnen.
Ook heeft dat gevolgen voor de competities (minder teams) en het hart van alle schaakclubs: het bezoek en deelname aan de clubavond! De interne competitie wordt minder interessant als er minder deelnemers zijn: op elk niveau komen er minder gelijkwaardige tegenstanders hetgeen het spelplezier voor veel leden verlaagt, met als gevolg……
Een tendens die niet hoopgevend is en vraagt om een analyse en – indien mogelijk – een ‘plan van aanpak’. Op zich zijn er geen eenduidige redenen te noemen waardoor leden weggaan of wegblijven, want elke schaakclub is weer anders. Wel kunnen er enkele gesignaleerde en/of gesuggereerde motieven genoemd worden. Lees onderstaand document.