Bij de meeste sporten is er een groot verloop bij de jeugd, vooral rond het moment dat de kinderen naar de middelbare school gaan. Hieronder diverse redenen die daar – mogelijk – aan ten grondslag liggen en ideeën hoe een schaakclub daarop in kan spelen.
Motivatie verminderd
Hhet nieuwe is er na een paar jaar wel af, dus je moet ervoor te zorgen dat het “totaalplaatje van de schaakclub” (spelen, trainen, toernooien, sociale contacten) dermate positief wordt ervaren dat men het schaken op de club leuk genoeg vindt om lid te blijven. Nieuwe uitdagingen kunnen de motivatie weer (een ietwat) verhogen, zoals: meespelen in de seniorencompetitie, (samen) in externe teams spelen bij de volwassenen. Ook kan je proberen de jeugdigen op een andere wijze aan de club te binden, door ze een rol in de organisatie te geven. Ze gaan dan niet alleen naar de schaakclub als speler, maar als trainer, webmaster, teamleider, bestuurslid, etc. Bij diverse clubs is die rolverandering positief uitgepakt en blijven die jeugdleden (langer) lid van de club.
Succes wordt minder
Succes is immer motiverend, maar niet iedereen kan steeds weer winnen. Vandaar dat het succes voor veel schakers – vroeg of laat – zal afnemen. Als club kan je natuurlijk proberen dat er veel “succeservaringen” mogelijk zijn voor zoveel mogelijk leden. Teams die goed presteren, diverse kampioenschappen, ook prijsjes voor minder goede schakers, alternatieve prijzen, mooie partijen van leden in de schijnwerper zetten, etc. De meeste schakers (mensen!) blijven gevoelig voor het strelen van de ego.
Andere interesses (vooral bij meisjes!)
Het is bekend dat meisjes andere interesses hebben dan jongeren en dat uit zich vooral rond de wisseling van de lagere naar de middelbare school. Jongens zijn meestal competitiever, meisjes zijn – in die fase – meer geïnteresseerd in het sociale leven en daar past schaken minder goed bij. Toch zijn er diverse voorbeelden van groepjes meisjes die (langer) blijven schaken, vooral omdat ze het onderling gezellig vinden. Ze zoeken elkaar vaak op tijdens de clubavond en zitten bij elkaar tijdens trainingen. De club zou daar goed op moeten letten. Susan Polgar adviseert bijvoorbeeld (in een column op Chesscafe.com) om meisjes onderling te trainen, omdat meisjes in gemengde groepen minder zelfvertrouwen hebben. Bij de meeste schaakclubs zal dat niet haalbaar zijn, maar als club kan je daar wel zoveel mogelijk naar streven en rekening mee houden.
Middelbare school en huiswerk
De druk van huiswerk is op de middelbare school groter. Vandaar dat kinderen bij hun overstap naar de middelbare school moeten kiezen tussen de diverse hobby’s die ze erop na houden. In die afvalrace sneuvelt schaken bij veel kinderen. Desalniettemin is schaken juist een prima hobby om “erbij” te doen, want het kost in de meeste gevallen maar een paar uurtjes per week! Voor andere sporten moet er 2 of 3 keer per week getraind worden, naast het spelen van de wedstrijden, meestal in het weekend. Als de kinderen schaken nog steeds leuk vinden, dan hoeft dat ene avondje per week geen echt beletsel zijn!
Schaken is niet “cool” op de middelbare school
De acceptatie is – nog steeds – gering onder middelbare scholieren. Het is en blijft de vraag of clubs, of de KNSB iets aan dat negatieve imago van het schaken kunnen doen. Het feit dat schaken ondanks de opkomst van talloze apps en computerspelletjes nog steeds populair is onder kinderen is daarentegen uiterst positief. Natuurlijk is het ook goed dat zoveel mogelijk kinderen van de basisschool in aanraking komen met schaken. Daardoor zal niet alleen de “piramide” in de schaakwereld breder en hoger worden, ook hebben de kinderen die afhaken een beter (positiever?) beeld van schaken. Dat zijn natuurlijk weer wel de ouders over twintig jaar, dus op die manier blijft schaken een vaste plek in onze cultuur houden. Een nieuwe Euwe of Timman, zou uiteraard ook voor een extra stimulans kunnen zorgen.
Clubaanbod kan verbeterd worden
In deze “snelle maatschappij” moet de club ook meegaan en zorgen voor een leuk en gevarieerd aanbod. Schaken kan je op tegenwoordig op elke plek en elk moment van de dag, dus de schaakclub zal iets meer moeten bieden dan alleen een potje spelen. Vooral jeugdige leden willen graag een gevarieerd aanbod. De schaakclubs zouden daarom eens kritisch moeten kijken naar hetgeen ze organiseren: “is dat nog van deze tijd?”. Het aanbod zal in veel gevallen aangepast moeten worden om een groter publiek te trekken. (zie ook het artikel “competitiesystemen voor een jeugdclub”)
De schaakclub heeft (te) weinig aandacht voor sociale aspecten
Een veel gehoorde klacht van veel (jeugdige) schakers. Veel clubleden of geïnteresseerde schakers vinden dat de club iets meer moet zijn dan alleen partijtje spelen! Naast een gevarieerd clubaanbod op schaaktechnisch terrein, worden de extra activiteiten door veel kinderen gewaardeerd. Denk dan aan alternatieve vormen van schaken, toernooien bezoeken, een schaakkamp, sporttoernooien, etentje met de club, BBQ, gezelligheid aan de bar, etc. De schaakclub moet duidelijk een socialer en gezelliger aanbod en imago krijgen om juist deze schakers als lid binnen te krijgen of te behouden.