Onlangs kreeg ik De Stad als stadion, de geschiedenis van topsport (in) Amsterdam in handen. Dit boek is dit jaar uitgegeven ter ere van 25 jaar Topsport Amsterdam. Het is een dikke pil van maar liefst 320 bladzijden, samengesteld door Jacob Bergsma.
Vrijwel alle geledingen van de hoofdstedelijke (top)sport komen aan bod. Hoewel de focus ligt op de recentere prestaties, wordt de historie niet vergeten. Bij veel sporten is er dan ook een artikel over het ontstaan en de ontwikkeling van die sport in Amsterdam opgenomen, vaak met fraaie oude foto’s. Zo wordt schaken in 1927 een ‘Heeren-aangeleegenheid’ genoemd, vergezeld van een fraaie foto van de massakamp tussen de schaakclubs Max Euwe en Tavenu uit dat jaar. Er is inderdaad geen enkele vrouw op de foto te bekennen.
Uiteraard staan er in het boek ook diverse lijstjes. Als voormalig manager van het Max Euwe Centrum (2007-2022) is mijn eerste impuls om te kijken of Max Euwe in één van de lijstjes is opgenomen. Tot mijn verbazing zag ik dat Euwe in 1981 – zijn sterfjaar – de Zilveren medaille van de stad Amsterdam heeft gekregen. Die eervolle prijs, slechts tien keer uitgeloofd, is voorbehouden aan personen die zich meer dan vijftien jaar buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor Amsterdam. Andere ontvangers zijn onder andere Ajax, Louis van Gaal, Ron Zwerver en Bettine Vriesekoop. Voor mij was dit nieuw en op de ‘tijdlijn’ van Euwe op de site van het MEC staat deze prijs ook niet vermeld. Enig speurwerk (Nieuwsbrief MEC, Delpher, Schakend Nederland) leverde geen resultaten op, dus ik denk dat maar weinigen op de hoogte zijn van deze bijzondere prijs voor Max Euwe. In het persoonlijke archief van Euwe zit wel een plaquette met het opschrift ‘sportprijs Amsterdam’ (zie foto), maar of deze bij de bedoelde prijs hoort is niet duidelijk.
Ook nieuw voor mij was dat Jan Timman in 1989 de eerste sportman van Amsterdam is geworden. Hij ontving daarvoor de Jack van Zanten Trofee en Timman is de enige schaker die ooit genomineerd werd. Van deze prijs heb ik elders geen publicatie kunnen vinden.
Bij de landelijke verkiezing van sportman van het jaar werd Timman overigens derde, achter Leo Visser (schaatsen) en Gert-Jan Theunisse (wielrennen). Deze verkiezing haalde wel de landelijke dagbladen en ook Schakend Nederland. Timman had zich eind 1989 geplaatst voor de finale van het kandidatentoernooi door een match tegen Speelman te winnen.
Bij de opsomming van in Amsterdam gehouden wereldkampioenschappen, komt schaken natuurlijk ook voor. Vrijwel elke schaker weet dat er vier matches om het wereldkampioenschap schaken (deels) in Amsterdam zijn verspeeld. Voor de volledigheid nog even de jaartallen: 1929 (Aljechin-Bogoljubow), 1935 en 1937 (Euwe-Aljechin) en 1993 (Karpov-Timman). Dat in 2021 het WK schaken voor parasporters (doven en slechthorenden) in Amsterdam werd gehouden, zal minder bekend zijn.
Een volgende verrassing was dat twee schakers de Amsterdam Sports Award hebben gewonnen. Dit is een prijs voor de winnaar van een toonaangevend internationaal sportevenement in Amsterdam. Aan het begin van het jaar wordt een aantal evenementen bekend gemaakt die kans maken op de prijs. Een jury bepaalt vervolgens welke prestatie in die geselecteerde evenementen de prijs verdient. In 1993 won Nigel Short deze prijs na het winnen van het VSB-toernooi en in 1995 kreeg Jan Timman deze award voor het winnen van het Donner Memorial.
Er staan nog meer wetenswaardigheden over schaken in het boek. Het Huygens Instituut doet onderzoek naar de culturele historie van Nederland. Tot de Tweede Wereldoorlog staan er 1559 Amsterdamse sportverenigingen in hun database. De vijf oudste verenigingen daarin zijn allemaal schaakverenigingen!
Tevens staat er in het boek een vermelding van dovenschaakclub Tot Ons Genoegen (TOG). Die kreeg in 2021 de Jubileumpenning. Verenigingen die 50-75-100 jaar of langer bestaan, kunnen deze penning krijgen.
Tenslotte stuitte ik op nog een prijs voor een Amsterdamse schaker wat ik niet wist. Op 27 augustus 2014 kreeg Eric Mol, erelid en erevoorzitter van De Raadsheer, de Andreaspenning uit handen van wethouder Vliegenthart. Het college van B&W kan deze eervolle penning toewijzen aan vrijwilligers die zich minimaal tien jaar als vrijwilliger hebben ingezet voor een maatschappelijk doel.
In 1995 speelden Jan Timman en Jeroen Piket een vriendschappelijke match in de Amsterdamse Stopera onder leiding van Geurt Gijssen. De match was georganiseerd door de stichting Joop van Oosterom, maar werd ook ondersteund door Topsport Amsterdam, zoals op de tekening van Rupert van der Linden duidelijk is te zien. Dit evenement wordt niet in het boek genoemd. Een omissie?
Vreemd genoeg behoorde Eline Roebers in 2020 niet tot de genomineerden voor Amsterdams talent van het jaar, terwijl zij dat jaar derde werd op het Europees kampioenschap en later zelfs wereldkampioene werd. Zouden deze prestaties Topsport Amsterdam ontgaan zijn of tellen online prestaties niet mee? Of was zij ‘te laat’ voor een nominatie omdat ze de wereldtitel eind december won? Mijn inziens ook een omissie, maar als Eline zo doorgaat, dan zal ze zeker nog een Amsterdamse sportprijs winnen.
Al met al een heerlijk boek voor elke (Amsterdamse) sportliefhebber!
De Stad als stadion, de geschiedenis van topsport (in) Amsterdam
door Jacob Bergsma, 320 bladzijden
1e druk februari 2024
Uitgeverij ARKO sports Media